Het belang van het ondersteuningsplan

Elke school in het primair en voortgezet onderwijs is in het kader van het passend onderwijs aangesloten bij een samenwerkingsverband. Elk samenwerkingsverband dient te zorgen voor een samenhangend geheel aan ondersteuningsvoorzieningen binnen en tussen de aangesloten scholen. Leerlingen moeten een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doormaken en leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben moeten een zo passend mogelijke plaats in het onderwijs krijgen (zie art. 18a Wet op het primair onderwijs en art. 17a Wet op het voortgezet onderwijs).

Het belangrijkste beleidsplan dat het samenwerkingsverband vaststelt is het ondersteuningsplan. Ten minste elke vier jaar legt het samenwerkingsverband hierin onder meer vast welke leerlingondersteuning op de scholen binnen het samenwerkingsverband geboden wordt, de procedure en criteria voor plaatsing van leerlingen in het speciaal onderwijs, en de beoogde resultaten/doelen. Het ondersteuningsplan bevat ook de procedure en criteria ten aanzien van de verdeling van (financiële) middelen en voorzieningen over de aangesloten scholen. De ondersteuningsplanraad, die verbonden is aan elk samenwerkingsverband, heeft instemmingsrecht op de vaststelling en wijziging van het ondersteuningsplan (art. 14a, lid 1 Wet medezeggenschap op scholen).

In de praktijk rijzen met enige regelmaat problemen veroorzaakt door gebrekkige ondersteuningsplannen of door het onjuist toepassen van ondersteuningsplannen. Soms komen deze problemen al bij de vaststelling aan het licht, maar in de meeste gevallen pas tijdens de uitvoering c.q. in de praktijk. Zo kunnen bepaalde criteria uit het ondersteuningsplan te strikt blijken. De vraag rijst dan of en hoe er kan worden afgeweken van het ondersteuningsplan. Hoewel afwijken niet per definitie is uitgesloten, vereist dat wel een zorgvuldige procedure en een bijzonder goede motivering (zie ook zaaknummer 107093, 3 maart 2016). In sommige gevallen kan het echter ook zo zijn dat het ondersteuningsplan zelf gebrekkig is (zie bijv. zaaknummer 106185, 12 juni 2014 en zaaknummer 106788, 2 juli 2015). Zo kunnen de criteria voor het verlenen van toelaatbaarheidsverklaringen voor het speciaal onderwijs ontbreken of onduidelijk zijn, of zijn de financiële gevolgen van het passend onderwijs onvoldoende uitgewerkt.

Gebreken in het ondersteuningsplan en bij de toepassing daarvan kunnen tijdrovende procedures veroorzaken. Het onvoldoende doorzien van de (financiële) gevolgen van het bieden van passend onderwijs kan ook een ernstige last zijn voor zowel het samenwerkingsverband als de individuele scholen. Daarnaast, en nog belangrijker, kunnen de leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben hiervan de dupe worden. Het is dus van belang alert te blijven, ook nadat het ondersteuningsplan is vastgesteld.

Wij controleren en evalueren graag het ondersteuningsplan binnen uw samenwerkingsverband. Indien daartoe aanleiding is, zullen wij u de nodige verbetervoorstellen doen. Wilt u om wat voor reden dan ook afwijken van het ondersteuningsplan? Dan adviseren wij u eerst met ons contact op te nemen.